Industrie

Canada heeft een hoog ontwikkelde industriële markteconomie die erg op de export is gericht en weinig verbonden is met de economie van de Verenigde Staten. Canada behoort tot de welvarendste landen ter wereld.
In nog geen halve eeuw tijd heeft Canada zich omgevormd van landbouw, bosexploitatie en pelshandel afhankelijk land tot een van de belangrijkste industrielanden ter wereld.
Het merendeel van de Canadese economische bedrijvigheid zien wij en de bevolking aan in een strook van ca. 160 kilometer breedte langs de grens met de Verenigde Staten.

De industrie is vooral in de bekendste provincies Ontario en Québec, omdat daar de meeste inwoners wonen. Ook in de westelijke provincies British Columbia en Alberta. De provincie Ontario is de provincie van de Canadese economie door de grote industriële concentratie en de grote landbouwsector, terwijl Toronto het financiële centrum van Canada is. De Atlantische provincies zijn vooral visserij en landbouw. Dit komt doordat die provincies naast de Atlantische Oceaan liggen. Saskatchewan en Manitoba staan vooral bekend op hun landbouw. Dit komt doordat daar veel neerslag valt en er rivieren in de buurt liggen.
Bijna alle niet-agrarische economische activiteiten worden gefinancierd door de rijke zuiderbuur.
De Canadese overheid en de Bank van Canada voeren al jaren een krap beleid.
Van de beroepsbevolking is in 2014 ongeveer 70% werkzaam in de dienstensector, 28,3% in de industrie, en nog maar 1,7 procent in de agrarische sector.

Landbouw 

Het economische belang van de landbouw is de laatste tientallen jaren afgenomen, en bedraagt nu nog ca. 2% van het bnp. De sector produceert voor de binnenlandse markt en in toenemende mate voor de export.
Canada telt ca. 280.000, vaak grote landbouwbedrijven (gemiddeld 247 ha groot), die ca. 8,5% cultuurgrond in gebruik hebben. Sinds de jaren 80 is de totale productie  (die jaarlijks met ca. 2,5% toeneemt)  verder geïntensiveerd; minder bedrijven met steeds meer grond De belangrijkste agarische gebieden liggen in de provincies Alberta, Saskatchewan en Manitoba. Andere gebieden met veel agrarische activiteiten zijn Zuid-Ontario, Zuid-Québec, de bergdalen van British Columbia en de Atlantische provincies.
Het allerbelangrijkste product is  tarwe, grotendeels afkomstig uit bovengenoemde prairieprovincies. Van de daar geproduceerde tarwe wordt ca. 75% geëxporteerd. Andere belangrijke producten zijn: haver, gerst, gemengde granen, maïs (vooral in Ontario), rogge, aardappelen, oliehoudende gewassen als vlas en raapzaad, en in veel mindere mate peulvruchten, suikerbieten, groenten, tabak (Ontario), voedergranen en fruit.
De overheden verlenen landbouwbedrijven op vrijwel elk gebied steun, onder andere door het aanleggen van irrigatiewerken, het doen van onderzoek, door maatregelen ter bevordering van prijsstabiliteit en het verlenen van gunstige kredieten